Skip to main content

Onlangs ontving ik van mijn voormalige Sloveense overheidscollega Peter Skoberne enkele foto’s uit het verleden , en die foto’s brachten herinneringen boven aan de Pan-Europese Biologische en Landschapsdiversiteitsstrategie (PEBLDS).

Ik was de eerste PEBLDS-voorzitter, destijds werkzaam bij het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Peter Skoberne was een van de PEBLDS-presidenten die mij opvolgde.

In 1994 werd de pan-Europese strategie voor biologische en landschapsdiversiteit (PEBLDS) ontwikkeld als een kader om regionale samenwerking te bevorderen en capaciteit op te bouwen voor de uitvoering van het Verdrag inzake Biologische Diversiteit in pan-Europa, met name de zogenaamde EECCA-regio [i], en leverde input op het gebied van biodiversiteit voor het proces “Environment for Europe”. Het hoofddoel van de strategie was het waarborgen van de duurzaamheid van de natuurlijke omgeving, met speciale nadruk op gecoördineerde pan-Europese acties.

PEBLDS diende als een coördinerend en verenigend raamwerk in pan-Europa voor het versterken van en voortbouwen op bestaande initiatieven. In 2011 werd een nieuwe strategie ontwikkeld, de Pan-Europese 2020-strategie voor biodiversiteit, als opvolger van PEBLDS. Deze strategie heroriënteerde de inspanningen om verder verlies van biodiversiteit in de pan-Europese regio te voorkomen.

Het idee van PEBLDS kwam voort uit de zogenaamde EECONET-conferentie, “Conserving Europe’s Natural Heritage – Towards a European Ecological Network”, georganiseerd door de Nederlandse regering in november 1993. De conferentie resulteerde in de EECONET-verklaring. Graham Bennett (destijds IEEP Arnhem) en ik hadden de leiding over de organisatie van de conferentie. De EECONET-verklaring riep op tot een pan-Europese strategie voor biologische diversiteit. Op basis van een formeel voorstel van de Nederlandse regering werd het idee voor een pan-Europese strategie verwelkomd door de Raad van Europa. Het is door ECNC in opdracht van de Raad van Europa uitgewerkt tot een volwaardige strategie. De strategie werd gepresenteerd aan het “Environment for Europe Ministerial Process” en aangenomen op de “Environment For Europe”-conferentie in Sofia, Bulgarije, in 1995.

De PEBLDS werd eerst bediend door de Raad van Europa als secretariaat van de Strategie, maar later bundelden UNEP Europe en de Raad van Europa hun krachten als PEBLDS-secretariaat.

PEBLDS heeft de samenwerking op het gebied van natuur, biodiversiteit en landschappen tussen alle delen van Pan-Europa, inclusief Oost-Europa en West-Europa, substantieel gestimuleerd en heeft onder andere de ontwikkeling van een Pan-Europees Ecologisch Netwerk geïnitieerd. De aanpak was voor die tijd nogal revolutionair en op nationaal niveau vestigden verschillende landen in de pan-Europese regio hun nationale ecologische netwerken (soms onder verschillende namen). De basis van het Pan-Europees Ecologisch Netwerk in de EU werd de EU Habitatrichtlijn, met zijn – eveneens nogal revolutionaire – Nature 2000.

PEBLDS maakte van biodiversiteit een onderwerp van politiek gewicht in de ‘Ministerial Environment for Europe conferences’. Biodiversiteit kwam tot dan toe nauwelijks aan bod in dit politieke pan-Europese Europese proces.

Ik had het voorrecht om samen met de Noorse minister van Milieu de biodiversiteitssessie voor te zitten tijdens de 6e “Environment for Europe”-conferentie die in oktober 2007 plaatsvond in Belgrado, Servië. Deze conferentie resulteerde in nieuwe initiatieven op het gebied van regio’s en biodiversiteit en ook in de financiering van biodiversiteit.

Een van de blijvende herinneringen aan het pan-Europese proces is voor mij de geest van vertrouwen en enthousiasme van iedereen die heeft gewerkt aan de implementatie van de PEBLDS-doelen, uit alle “hoeken van Europa”. Dit waren collega’s als Peter Skoberne, maar ook mensen als Peter Bos, Eladio Fernandez-Galiano, Hans Friederich, Frits Schlingemann, Ivonne Higuero, Robert Lamb, Graham Drucker, Mart Külvick, Klara Hajdu, Andras Dementer, Jerry Harrison, Peter Herkenrath, Emine Isciel, Aysegul Cil, Lawrence Jones-Walters, John Angel, Ana Kobašlić, Andras Krolopp,  Els Martens, Thierry Lucas, Tone Solhaug, Anne Teller, Marina von Weissenberg, Carlos Martin-Novella, Lousie Lakos, Gerard van Dijk, Ilona Jepsena en diverse anderen die ik hier misschien niet noem, maar die ik niet ben vergeten.

Terugkijkend op deze periode voel ik me trots en blij dat ik actief deel heb mogen uitmaken van dit pan-Europese proces, waardoor ik heb kunnen werken aan het behoud van de Europese natuur en landschappen, terwijl ik veel aardige en betrokken mensen ontmoette en veel Pan-Europese landen bezocht. Het roept herinneringen op aan een tijdperk van echte Europese samenwerking en “spirit” en van medeverantwoordelijkheid voor elkaars natuur en biodiversiteit.

Ik wens de pan-Europese regio deze spirit toe bij het omgaan met alle gemeenschappelijke uitdagingen en doelen. Laten we nooit vergeten dat we in de eerste plaats allemaal mensen zijn, met zeer vergelijkbare behoeften, en dat, of we het nu leuk vinden of niet, we allemaal afhankelijk zijn van elkaar en van de natuur.

Rob Wolters

1 januari 2023

Voor meer informatie over PEBLDS, zie de volledige tekst: https://www.cbd.int/doc/nbsap/rbsap/peblds-rbsap.pdf

Voor meer informatie over de pan-Europese 2020-strategie voor biodiversiteit, zie bestand:

file:///E:/Data/Downloads/pan-european_2020_strategy_for_biodiversity.pdf

Foto: Peter Skoberne (links) en Rob Wolters (rechts)

(i) EECCA = Oost-Europa, de Kaukasus en Centraal-Azië, een blok van landen dat Armenië, Azerbeidzjan, Wit-Rusland, Georgië, Kazachstan, Kirgizië, Moldavië, de Russische Federatie, Tadzjikistan, Turkmenistan, Oekraïne en Oezbekistan omvat.